Ik laat je nooit alleen

 

Slechts negen weken oud, toen werd jij mijn kindje,

een klein hoopje mens, kwetsbaar en alleen.

Mooie bruine oogjes keken mij vragend aan. 

Ik sloot je in mijn armen, maar al veel eerder in mijn hart.

 

Ik keek naar je uit vol van verlangen.

Ik zou voor je zorgen en je troosten bij verdriet.

Ik zou je zachtjes wiegen en liedjes voor je zingen.

Ik zou je in mijn armen nemen, kusjes geven, heel erg veel.

Ik zou zeggen: “Mama houdt van jou, mama is bij je, ik laat je nooit alleen!”

Ik zou je al mijn liefde geven, onvoorwaardelijk en altijd!

 

Ik zou je beschermen in de grote wijde wereld, zolang als je me nodig had.

Maar juist toen jij je vleugels spreidde,

trok de grote boze wereld jou genadeloos onderuit.

Ik heb geschreeuwd, ik heb gevochten,

je was immers mijn lieve kind.

 

Opnieuw begon ik je te wiegen en keken

jouw ogen mij vragend aan.

“Help me mama, ik ben zo bang.

Ga ik nu sterven, haalt de dood mij bij jou vandaan?”

Tot je laatste minuut op deze wereld

ben ik bij je gebleven totdat je stierf.

Ik heb geroepen: ”Mama houdt van jou, mama is bij je, ik laat je nooit alleen!”